Presikhaaf Schoolmeubelen levert schoolmeubelen aan meer dan 3000 scholen in Nederland. Zij onderscheiden zich doordat het personeel voor 80% bestaat uit mensen met een arbeidsbeperking. Bovendien zijn de meubels die zij ontwerpen grotendeels herbruikbaar en recyclebaar. Daar wil Presikhaaf Schoolmeubelen nog wel een extra stap in zetten.

Foto eigendom van Presikhaaf Schoolmeubelen

„Ik vind dat de producten die wij ontwerpen hergebruikt of gerecycled moeten worden. Daar houden wij ook rekening mee bij het ontwerp. Onze schoolmeubelen hebben een stalen-frame, dat is recyclebaar. We maken ook gebruik van houten bladen, die goed hergebruikt kunnen worden.”, aldus Wim de Goei, de Managing Director van Presikhaaf Schoolmeubelen. Wel maakt het Arnhemse bedrijf nog gebruik van een laminaat laag bovenop de houten bladen. Deze laminaatlaag is moeilijk te recyclen. „Het is erg moeilijk om deze laminaat laag van onze bladen te scheiden. Wij zoeken nog naar een oplossing en staan open voor suggesties. Duurzaamheid is voor Presikhaaf Schoolmeubelen en ons moederbedrijf (Koninklijke Ahrend red.) erg belangrijk”.

Momenteel doet Presikhaaf Schoolmeubelen erg veel met de producten die zij na verloop van tijd weer terug krijgen. Het deel dat niet hergebruikt kan worden sturen zij, gesorteerd, naar een recyclebedrijf. Het deel dat wel hergebruikt kan worden wordt gebruikt om bijvoorbeeld rompen voor schoolbanken te produceren. Presikhaaf Schoolmeubelen doneert ook veel meubelen aan liefdadigheidsinstellingen die het sturen naar scholen in ontwikkelingslanden. „Wij schenken erg veel, omdat wij niets weg willen gooien en tegelijkertijd niet zó veel produceren dat wij alle herbruikbare onderdelen zelf kunnen gebruiken. Wij willen nog steeds blijven schenken. Maar zoeken ook partners die onze herbruikbare onderdelen kunnen benutten”.

Meubelen vernieuwd
Presikhaaf Schoolmeubelen is constant bezig met het vernieuwen van schoolmeubelen. Nu is het zo dat door landelijke regelgeving scholen meubelen moeten kopen die zij binnen 20 jaar afschrijven. Hierdoor hebben docenten en kinderen vaak niet meubelen die aansluiten op de nieuwste trends. Wim de Goei heeft hier een oplossing voor bedacht. „Doordat wij onze producten hergebruiken kunnen wij de bestaande inrichting van schoolmeubelen voor een scherp tarief vernieuwen. Wij experimenteren nu met lease-modellen, waarbij wij elke paar jaar de meest vernieuwde schoolmeubelen leveren. Daarmee houden wij rekening met ontwikkelingen op allerlei gebieden, zoals ergonomie”.

Doelen
Wim de Goei is erg duidelijk in zijn toekomstdoelen voor het bedrijf. „Ik wil dit bedrijf óók in de toekomst op een sociaal-maatschappelijke grondslag laten functioneren. De participatiewet maakt dit moeilijk. Ik hoop dat de politiek hier iets aan doet”. Momenteel is het bedrijf de enige schoolmeubel producent en inrichter van scholen die prestatieladder Socialer Ondernemen trede 3 gecertificeerd is. Dit betekent dat de afnemers door zaken te doen met Presikhaaf Schoolmeubelen hun Social Return doelstellingen kunnen realiseren. Hij sluit af met een oproep tot samenwerking op het gebied van duurzaamheid. „Ik geloof dat duurzaamheid en circulariteit alleen tot stand kan komen door samenwerking. En daar hebben wij de deur hier wagenwijd voor openstaan.”

Ga voor meer informatie over Presikhaaf Schoolmeubelen naar de website.

De regio Arnhem – Nijmegen is uitgeroepen tot de beste circulaire regio van Nederland. Tijdens het BT Event op 8 november in Rijswijk, maakten juryvoorzitter Cees-Jan Pen en Petran van Heel van ABN AMRO de winnaars van de titels Beste Circulaire Regio en Beste Circulaire Werklocatie bekend.

De winnende regio en werklocatie werden voor vijftig procent bepaald door publieksstemmen. De vakjury bepaalde de overige vijftig procent, met als criteria onderwerpen als circulariteit in visie, interactie met de omgeving, shared facilities, biodiversiteit en welbevinden en gezondheid. De regio Arnhem – Nijmegen scoorde hoog. Bedrijventerrein IPKW was genomineerd voor Beste Circulaire Werklocatie en eindigde in de top drie. Het Werkspoorkwartier neemt de titel mee naar huis.

Circulaire kracht
In geen andere regio in Nederland versterken economische kracht, stedelijke dynamiek en een groene leefomgeving elkaar op zo’n duidelijke manier als in de regio Arnhem – Nijmegen. Er wordt hard gewerkt aan het opschalen van circulaire activiteiten in de regio. De Investeringsagenda Stedelijk Netwerk Arnhem Nijmegen die in 2017 werd opgericht door de provincie Gelderland, samen met gemeenten Arnhem en Nijmegen zorgt voor cofinanciering van duurzame projecten.

De regio is er in geslaagd circulaire ontwikkelingen en projecten steeds beter met elkaar te verbinden door samenwerking te stimuleren. Vertegenwoordigers van de provincie, de gemeenten, organisaties, bedrijven en kennisinstituten vormen samen het ‘motorblok’ van de circulaire economie. Deze activiteiten lijken hun vruchten af te werpen. Zo mag Nijmegen in 2018 de prestigieuze titel European Green Capital dragen. Ook won het circulaire fietspad van Zevenaar, gemaakt van olifantsgras, eerder dit jaar de KoopWijsPrijs 2018 van de Rijksoverheid. De gemeente Zevenaar werd daarbij geroemd om haar samenwerking met externe partners.

Goede samenwerking
Carla Koers, wethouder bij de gemeente Zevenaar en lid van het wethoudersoverleg Duurzaamheid van de Regio Arnhem Nijmegen mocht de prijs in ontvangst nemen: “Onze regio is enorm blij met de Award. We waren al trots op de nominatie van deze prestigieuze prijs, maar winnen is helemaal top. Hiermee zien we onze inspanningen beloond. Dit is ook alleen gelukt door de goede samenwerking met de inwoners, de provincie, het bedrijfsleven en de kennisinstellingen.”

Deze drive is goed te zien op IPKW in Arnhem waar bedrijven samenkomen en werken aan innovatieve en duurzame toepassingen. Kevin Rijke, directeur van het IPKW, over hun top 3 positie: “We zitten hier voor de eeuwigheid en mede daarom richten we alles zo duurzaam mogelijk in. Of het nou gaat om het terrein, de gebouwen of grondstoffen. Maar het geldt bijvoorbeeld ook voor energie en zelfs kennis: alle output is potentieel input voor iets nieuws. We werken elke dag om het park mooier, groener en duurzamer te maken en zijn dan ook erg trots op deze mooie prijs.”

Over de Circular Economy Awards
De Circular Economy Awards worden in 2018 voor de tweede maal uitgereikt door Vakblad BT, het vakblad over regionale innovatiekracht en vestigingsklimaat, ABN AMRO en Stadszaken.nl. In 2017 won Circulair Friesland de titel voor beste regio en mocht Plug-In-City uit Eindhoven de titel voor beste werklocatie mee naar huis nemen. Regio Arnhem Nijmegen was in 2017 ook al één van de genomineerde regio’s. Het afgelopen jaar heeft de regio hard gewerkt aan de genoemde verbeterpunten in het juryrapport. Ook is er contact gezocht met winnaar Circulair Friesland om te leren van hun successen.

In 2018 waren er in totaal 23 Nederlandse regio’s en 25 werklocaties genomineerd. In oktober werd bekend dat zowel IPKW áls Regio Arnhem Nijmegen de top drie hadden gehaald. IPKW moest het opnemen tegen bedrijventerrein C-mill in Heerlen en het Utrechtse Werkspoorkwartier. Gemeente Haarlemmermeer en de gemeente Ooststellingwerf waren concurrenten van de regio Arnhem – Nijmegen.

Time Shift Energy Storage heeft de Jan Terlouw Innovatieprijs 2018 gewonnen. Kiemt ging hierover in gesprek met één van de twee oprichters, Casper Scheltinga. Casper legt uit hoe Time Shift Energy Storage ontstaan is en wat de impact is geweest van het winnen van de prijs. Ook gaat hij in op de doelen voor het komende jaar.

„Wij zijn ontzettend trots op het winnen van de Jan Terlouw Innovatieprijs 2018. Het is erg bijzonder en best een verassing dat iets wat wij ooit bedacht hebben zo enorm wordt gewaardeerd”, aldus Casper Scheltinga. Met wij doelt hij op zijn broer, Wietse Scheltinga, en zichzelf. Samen hebben zij Time Shift Energy Storage opgericht. Time Shift Energy storage maakt industriële energieopslag systemen op basis van 2nd life batterijen. Casper Scheltinga:„Wij maken gebruik van batterijen van elektrische auto’s, zoals Tesla’s. Op een gegeven moment zijn deze batterijen niet meer geschikt voor de auto’s. Dan gebruiken wij ze om duurzaam opgewekte energie in op te slaan.”. Met deze techniek kan Time Shift Energy Storage bijvoorbeeld overdag opgewekte zonne-energie opslaan om in de avond te gebruiken, wanneer de zon onder is.

Een idee
Het verhaal van de broers Casper Scheltinga en Wietse Scheltinga lijkt een ware jongensdroom. Zij zagen dat gebruikte batterijen van elektrische auto’s simpelweg werden weggegooid. Dat kan anders dachten de broers. En twee jaar later is dat idee uitgegroeid tot een succesvol bedrijf. „Wij raakten in gesprek met DNV GL. Zij wilden onderzoek doen naar de mogelijkheden van gebruikte batterijen samen met onderzoekspartners zoals Auto Recycling Nederland en Time Shift Energy Storage.”, aldus Casper. Het onderzoek is gedaan in opdracht van provincie Gelderland, vanuit het Gelders Energie Akkoord. Dit onderzoek verliep erg voorspoedig. De broers concludeerden al snel dat er veel potentie zat in hun idee. „Nog voordat het onderzoek was afgerond, het onderzoek duurde 1.5 jaar, hebben wij klanten benaderd. En van daaruit hebben wij het bedrijf verder uitgebouwd”.

Jan Terlouw Innovatieprijs
De winnaar van de Jan Terlouw Innovatieprijs 2018 ontvangt 10.000 euro aan prijzengeld en veel  media-aandacht. Casper geeft aan dat dit veel voor hem heeft betekend. „Het prijzengeld helpt ons om uit te breiden. Dat is leuk. Maar wij hebben nog veel meer gehad aan de media-aandacht er omheen. Na het uitreiken van de prijs zijn wij door verschillende klanten benaderd. Dat geeft ons een enorme boost.”

Doelen
Ondanks het succes van Time Shift Energy Storage zijn zij nog niet tevreden en willen ze nog groeien. „Wij willen volgend jaar 10-mega watt aan batterijen online hebben. Dat is vergelijkbaar met het aantal batterijen van 250 auto’s. Daarvoor hebben we in totaal tien mensen in dienst nodig. We zijn nu met z’n drieën. Dus dat is nog wel een uitdaging”, aldus Casper. Hij sluit af met het benadrukken van het grotere doel, de energietransitie. „Uiteindelijk is het doel bijdragen aan de energietransitie. Wij hopen daar aan bij te dragen en anderen te motiveren.

Ga voor meer informatie over Time Shift Energy Storage naar de website.

Witteveen+Bos levert advies- en ingenieursdiensten voor projecten in de sectoren water, infrastructuur, ruimte, milieu en bouw. De opdrachtgevers zijn onder andere overheden, het bedrijfsleven, industrie en verschillende soorten samenwerkingsverbanden. Witteveen+Bos heeft een circulaire ontwerpaanpak ontwikkeld voor infrastructuur- en gebiedsontwikkelingstrajecten.

Bij een circulaire economie wordt in bouwprojecten meestal meteen gedacht aan het optimaliseren van het materiaalgebruik. Echter blijkt dat er veel winst te behalen valt in de vroege ontwerpfase waarin de keuze voor materialen er nog niet toe doet. Witteveen+Bos heeft daarvoor in samenwerking met Rijkswaterstaat circulaire ontwerpprincipes ontwikkeld die als leidraad kunnen dienen voor circulaire ontwerptrajecten in de toekomst.

Een concreet resultaat van de toepassing van de circulaire ontwerpprincipes is het hergebruik van viaducten bij de verbreding van de A58. Viaducten waarvan men eerst dacht dat deze gesloopt moesten worden, kunnen met de nieuwe inzichten worden hergebruikt. Hierdoor wordt erg veel materiaal bespaard en wordt de CO2-footprint van het project drastisch verminderd. Dit is bijzonder, omdat het gebruikelijk is om dit type viaducten bij een dergelijke wegverbreding in zijn geheel te slopen.

Boogbrug Vianen

De bekende boogbrug Vianen bij de A2 zou gesloopt worden. Witteveen+Bos kreeg vanuit Rijkswaterstaat de opdracht om te bekijken of andere alternatieven mogelijk waren geweest. Hieruit bleek dat de hele brug hergebruikt kon worden. Tegen de verwachtingen van Rijkswaterstaat in bleek dit naast beter voor het milieu ook nog is economisch rendabeler. Als gevolg hiervan is de sloop zelfs stopgezet. Momenteel wordt bekeken waar de brug herbouwd kan worden.

Viaducten in de A58

Voor de verbreding van de A58, tussen Breda en Eindhoven, wordt momenteel een Ontwerp Tracébesluit opgesteld. Rijkswaterstaat wil de verbreding zo circulair mogelijk doen. En heeft hiervoor Witteveen+ bos ingeschakeld. Als een weg verbreed wordt is een viaduct vaak te smal. Hiervoor wordt normaal gesproken het viaduct gesloopt. Wat Witteveen bij de A58 heeft gedaan is de viaducten ontleden in deelobjecten. Vervolgens is er gekeken of de deelobjecten kunnen worden hergebruikt of dat er een aanpassing kan worden gemaakt om zoveel mogelijk van de huidige aanwezige materialen en objecten te gebruiken.

Volledig circulaire infrastructuur

René Eijsbouts van Witteveen+Bos geeft aan zich op te winden over de hoeveelheid dat in Nederland wordt gesloopt. „Momenteel is de filosofie dat alles simpelweg wordt gesloopt. We vernietigen in Nederland echt heel veel. Hier is tot nu toe weinig over nagedacht. De kunst is juist om dingen te behouden op een goede manier. Wij dragen nu concrete oplossingen aan. Wel duurzamer. Maar niet duur”, aldus René Eijsbouts.

Eijsbouts gaat nog een stap verder en geeft aan de ambitie te hebben dat infrastructuur in de toekomst volledig circulair wordt en dat nieuwe grondstoffen niet meer nodig zijn. „Waar wij naar streven is dat wij voor infrastructurele projecten geen grondstoffen meer gebruiken. Iedereen zal zeggen dat het niet kan. Maar als wij infrastructuur dusdanig ontwerpen dat het nog soepeler gebruikt kan worden, dan is dat mogelijk. Vergelijk het met lego. Je koopt toch ook niet elke dag een nieuwe lego-set?”

Ga voor meer informatie over Witteveen+Bos n naar de website.